Verwonderd kijk ik naar de rij eigenaardige figuren die aan me voorbijtrekt, stuk voor stuk de belichaming van het sensationele en het ongewone. Ik vergaap me aan extreme dikkerds en graatmagere sprieten. Bewonderend kijk ik naar een mooie, jonge vrouw met een lichaam vol tatoeages. Even verderop biedt men me een blik op het wel en wee van twee kleine mensen. Op aanplakbiljetten van een Victoriaanse freakshow zouden ze nog 'dwergen' geheten hebben, maar tegenwoordig weten we gelukkig beter.
Bij gebrek aan exotische menselijke rariteiten verscheepte men onlangs wat roomblanke coryfeeën naar Namibië, om hen daar kennis te laten maken met de Kamara's. Deze deels fictieve stam (zes van de stamleden zijn Nederlandse acteurs) onderwierp de poldercelebs aan volkomen fictieve rituelen.

De BN'ers tuinden er met boter en suiker in. Ach, zoals P.T. Barnum, een van de bekendste uitbaters van rariteitenshows, kennelijk placht te zeggen: "There’s a sucker born every minute". De freakshow is populairder dan ooit, al is de circustent inmiddels ingeruild voor de televisiestudio.

Falers en dwalers Nieuw in de freakshow zijn de falers en de dwalers. Opvallend populair zijn daarbij de geschifte en ordinaire karikaturen en, schrijnender, mensen die moeite hebben hun hoofd boven water te houden.

In de eerste categorie, de falers, vallen mensen die zich financieel in de nesten werkten of zich door omstandigheden geconfronteerd zagen met financiële problemen. Te dikke mensen in afvalraces. Te dunne mensen die ten overstaan van de natie gered moeten worden van hun eigen dodelijk verstoorde zelfbeeld.
Verslaafden die door voormalig GTST-ster, ex-verslaafde en tegenwoordig "interventiespecialist" Jimmy Geduld voor het oog van de draaiende camera's van hun bed gelicht worden. Doet 'ie het of doet 'ie het niet? Neemt hij de hulp aan die hem geboden wordt en betaalt hij daar de prijs van de publiciteit voor? Ademloos wachten we op dat ene moment, van de gevreesde terugval.

Andermans problematiek en leed als entertainment scoort. Het is een heus kijkcijferkanon.

In de tweede categorie vinden we de cast uit Oh Oh Cherso en de Tokkies. Moeders die zich hotter dan hun daughter kleden en een Brabantse stylist ("razend populair bij vrouwen in woonwagenkampen en volksbuurten") die hen daar ongetwijfeld graag nog een handje bij zou helpen.

De moeders worden door uitgerekend Glitter Glamour Gordon geconfronteerd met hun al te ordinaire kledingkeuze en in het keurslijf van het betamelijke gehesen. Glitterspecialist Roy Donders, "een potje ordinair" doet desondanks goede zaken en krijgt zijn eigen televisieprogramma. Sex sells en een overdaad aan glimmertjes doet dat blijkbaar ook. Misschien wordt het tijd beide modegoeroes in een metamorfoseprogramma te verenigen?  

De diva-duo Geer en Goor valt er met hun laatste programma een beetje tussenin. Ze leven een maand lang van een AOW-uitkering leven en helpen heel nobel eenzame bejaarden, maar weten dat prachtig te camoufleren met een dikke laag platvloerse humor, al dan niet gespeelde animositeit en een zorgvuldig gecultiveerd image van de archetype relnicht. Een hit bij de kijkers, maar dan wel vanwege het laatste.

Geen groter vermaak dan leedvermaak. In groten getale en met graagte kijken we naar de voorrondes van talentenshows waarin mensen, die zichzelf tomeloos overschatten waar het hun talenten betreft, afgaan als een gieter. Liefst met snoeiharde, sarcastische kritiek van 'gemene' juryleden als Simon Cowell.

Hoe kan het dat programma's, die je samengeknepen billen van de plaatsvervangende schaamte bezorgen, tegelijkertijd zo populair zijn? Hoe grover en wanstaltiger, hoe beter de kijkcijfers. Om overigens nog maar niet te spreken van televisieprogramma's en -reclames waarin je als kijker volkomen gedebiliseerd wordt.

Grens Toch, afgelopen week lijkt er een grens te zijn overschreden. Met Jack Spijkerman die Humberto Tan "Mijn hemel zeg, niet alleen donker maar ook nog dom" toevoegde. De ongelukkige grimas van meneer tan sprak boekdelen, maar hè, Jack mag dat zeggen.

Ook Daphne Bunskoek vloog gierend van de lach uit de bocht met een volkomen misplaatste "grap" met een fragment uit de film Amistad, waarin zwarte slaven worden afgeranseld - volgens mevrouw Bunskoek het lot van de Zwarte Pieten die de staf van Sinterklaas vergaten.

Last but not least was daar het smakeloos racisme van de Simon Cowell van de Lage Landen Gordon, die een kandidaat van Chinese komaf meende te moeten confronteren met een reeks volkomen infantiele afhaalchineesgrappen. "Surplise!" - het komt Gordon op flinke kritiek te staan zowel in ons kleine kikkerlandje als in het buitenland. Na een vals voorzetje van Chantal Janzen overigens, die Xiao Wang nadat hij zich voorstelt trakteert op een lijzig "Oh, that's okay".

En het publiek? Dat jouwt niet. Het joelt niet. Nee, het lacht halfhartig mee. De lafaards.

Ik weet niet wat het is, wellevendheid zit sowieso niet erg in de Nederlandse volksaard ingebakken, maar zo langzamerhand zijn wij de freakshow. Een rariteitenkabinet. Waar is onze morele voortrekkersrol toch gebleven? Is het een gebrekkig nationaal geweten? Dat lijkt me niet, Nederland is heel goed in staat tot een navelstaarderig mea culpa. Is het een chronisch gebrek aan grote denkers? Niemand meer wat we ons in groten getale aan op kunnen trekken?

Ik denk 't.



Leave a Reply.